THEATER, KINDEREN VAN ALEPPO
Verhalen van studenten uit het voorgeborchte van de hel: de monoloog Kinderen van Aleppo
‘Wanneer is iets begonnen? Meestal bevind je jezelf opeens ergens midden in. En vraag je je af: hoe ben ik hier in godsnaam terechtgekomen?’ In de theatermonoloog Kinderen van Aleppo, die afgelopen weekend in De Meervaart in Amsterdam in première ging, vertelt acteur en theatermaker George Elias Tobal (32) over de roerige dagen in 2011 in Aleppo, Syrië. Studenten en middelbare scholieren gingen massaal de straat op om te demonstreren tegen het bewind van president Bashar al-Assad. De vreedzame
Beeld Skylarr Stream
Tobal is van Syrische afkomst. Hij heeft niets met oorlog, zegt hij, maar oorlog heeft wél iets met hem. Vandaar dat veel van zijn (theater)werk erover gaat, net als de film Jungle, waarvoor hij samen met collega-acteur Majd Mardo een Gouden Kalf won in 2017.
Voor Kinderen van Aleppo ging hij op zoek naar gevluchte studenten die de mislukte Syrische revolutie destijds van binnenuit hebben meegemaakt. Via de Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF kwam hij in contact met onder anderen Heba Alibrahim (21), student psychologie aan de VU. Toen Alibrahim het mailtje kreeg met de vraag of ze mee wilde doen, twijfelde ze geen moment. ‘De eerste vraag die mensen aan mij stellen, is altijd: Wat heb je meegemaakt? Ik snap dat wel. Mensen zijn benieuwd. Hoe is dat als je land vernietigd wordt? Nou, het is heel heftig. Maar die oorlog en alles wat daarna kwam heeft mij wel sterker gemaakt. En dat wil ik niet verbergen, daarom blijf ik mijn verhaal vertellen.’
Ze praatte vele uren met Tobal, die ze daarvoor niet kende. Maar de UAF had hem omschreven als een ‘groot talent’. ‘De eerste keer dat we ontmoetten, had hij bloemetjes voor mij meegenomen. Dat was zo lief. Toen heb ik ook de anderen ontmoet die aan George hun verhaal hebben verteld. In een café zaten we dan weer uren te praten om een goed beeld te krijgen van die tijd toen.’ Alibrahims verhaal en dat van de andere vluchtelingen inspireerde Tobal tot het schrijven van zijn tekst.
Die gaat nadrukkelijk niet over vluchtverhalen, maar over de tijd daarvoor. Over de absurditeit van een revolutie en hoe zoiets het leven van jonge mensen, kinderen vaak nog, compleet kan ontwrichten. Alibrahim: ‘Ik zat nog op de middelbare school. Opeens gingen sommige vriendinnen na school demonstreren. Samen met anderen die ik helemaal niet kende. Ik deed mee, maar ik begreep er niks van. Ik had geen idee wat vrijheid eigenlijk inhield of waarom we demonstreerden. Dus ik begon dingen te vragen en toen leerde ik over de geschiedenis van ons land. Dat wij geen democratie hadden, alleen dictators. Dat mensen hun mond niet open durfde te doen daarover, omdat demonstreren gelijk stond aan verdwijnen. In 2011 was dat zo, maar ook al lang daarvoor, toen Assads vader nog aan de macht was.’
Plotsklaps was alles in haar jonge leven veranderd. ‘Van de een op de andere dag waren de straten geen plek meer om te spelen, maar een plek om een mening te vormen en te demonstreren.’ Wat eerst nieuwsgierigheid en ook gewoon best wel spannend was, werd al snel bittere noodzaak. Het demonstreren hield ze verborgen voor haar ouders, die wilde ze niet ongerust maken. ‘Regelmatig werden er studenten neergeschoten. Veel mensen zijn in die tijd van de een op de andere dag verdwenen, nooit meer teruggezien. De regering had gezien hoe de revoluties in Egypte en Tunesië waren verlopen en ging zich wapenen tegen ons. Wij hadden niks.’
Uiteindelijk werd het te gevaarlijk en vluchtte ze met haar familie het land uit. Toch is ze hoopvol dat ze ooit weer kan terugkeren naar de plek waar haar wortels liggen. ‘Er liggen daar nu alleen nog maar steentjes. Maar ik heb de hoop dat wij er weer iets moois van kunnen maken, later.’ Tot die tijd blijft ze haar verhaal vertellen.
https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/verhalen-van-studenten-uit-het-voorgeborchte-van-de-hel-de-monoloog-kinderen-van-aleppo~bc04ab4b/
demonstraties mondden uit in een gruwelijke burgeroorlog. Wat ging er mis?